Onze inlichtingendiensten en Comité I geven dit jaar enkele cijfers over het speurwerk van staatsveiligheid, blijkbaar ‘vertrouwelijk’, aan een Belgische krant.
Het is spijtig dat gewone burgers dit niet zelf (eenvoudig) kunnen vinden op de website van Comité I. Wel kon ik een ouder verslag vinden van 2014 – 2015.
Misschien moet men bijzondere opsporingsmethoden gebruiken om officiële informatie vrijgegeven door Comité I te vinden? Laat ik dat maar niet doen. Ik heb er eigenlijk geen idee van waarom we dan maar De Tijd moeten vertrouwen, en waarom we als burger niet meteen zelf het originele verslag kunnen lezen?
Ik heb altijd gevonden dat het vrijgeven van zulke informatie perfect kan zonder één en ander te onthullen wat het criminelen gemakkelijker maakt. Deze vrijgave van cijfers bewijst dat, volgens mij. Ons land blijkt vrij uniek te zijn met het vrijgeven van dit soort gegevens. Zulke openbaarheid van bestuur van onze overheid is iets waar wij burgers dan ook trots op mogen zijn, vind ik. Het siert de medewerkers van de inlichtingendiensten, en Comité I, dat dit in ons land mogelijk is.
Hoewel er een forse toename is in terrorisme dossiers, wat te verwachten was na wat er gebeurd is in Zaventem, blijkt er geen sprake te zijn van grootschalig aftappen of van grote inbreuken, of zo iets. Slechts één procent van de operaties moest door Comité I stopgezet worden. Dat is één procent te veel, maar dat is eerlijk gezegd ook vrij weinig. Een vraag is hoe Comité I er voor zorgt dat dit a) zo weinig blijft en b) steeds minder wordt? Worden er cursussen gegeven aan de medewerkers van de diensten? Wordt men desnoods gesanctioneerd bij (herhaaldelijke) inbreuken?
Er wordt meer gebruik gemaakt van het inbreken op computersystemen, en ook dat lijkt me logisch: heel wat criminaliteit verhuist de dag van vandaag naar de digitale wereld. Ik vraag me daar wel bij af of onze inlichtingendiensten voldoende scholing en recruitering van specialisten ter zake doet. Het is ook eenvoudiger inbreuken tegen de wet te verbergen dan bij gebruik van meer conventionele bijzondere inlichtingendiensten. Snel een tap afzetten en de logs en data verwijderen is eenvoudiger dan officiële verslagen te vernietigen. Toch moet ook dit allemaal volgens de wet gebeuren. Uiteraard.
Een vraag blijft voor mij wel welk percentage van de operaties Comité I heeft gemonitord? Want, indien er slechts één procent van de operaties door Comité I moest stopgezet worden, maar het Comité I onderzoekt maar twee procent van alle gevoerde operaties, dan zou dat willen zeggen dat de helft van alle operaties foutief uitgevoerd worden. Vermoedelijk onderzoekt men veel meer. Maar hoe weet de burger dat? Ik zie ook niet hoe het onthullen van dat percentage het criminelen eenvoudiger maakt. Misschien, vond ik ook deze informatie gewoon nog niet?
Leuk dat Comité I meldt dat er vorig jaar geen enkele journalist, arts of advocaat een doelwit is geweest. Dat zal journalist Lars van De Tijd heel leuk vinden. Het is vermoedelijk een reactie op dit nieuwsfeit? Onze wet is hier, terecht, heel specifiek in. Ze moet, uiteraard, gevolgd worden. Éénieder in dit land, ook criminelen, moeten in vertrouwen medische verzorging kunnen genieten. Het afluisteren van een arts kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen (bv. wanneer de arts zelf betrokken is bij de criminele activiteiten van zijn of haar patiënt). Journalisten en advocaten moeten voorts ook altijd hun werk onafhankelijk kunnen doen.
Ik zou willen herhalen wat Peter Buysrogge, N-VA-Kamerlid, ook al liet weten: Het stelt ons gerust dat de inlichtingendiensten hun bevoegdheden, blijkbaar, correct toepassen. Maar voor mij mag hieraan toegevoegd worden dat het ons land zou sieren, en haar burgers nog meer geruststellen, moest er meer informatie over de werking van controleorgaan Comité I zelf gepubliceerd worden.