The First Turning and the End of Woke

Ik zag net The First Turning and the End of Woke en  hoewel ik zelf iemand ben die eerst bewijzen en cijfers wil zien, erken ik dat de sociologie met moeilijkheden zit: het is niet zo gemakkelijk als bv. in de fysica om die cijfers te bekomen. Net zoals de psychologie. Ik erken dat de psychologie het niet gemakkelijk heeft.

Maar de psychologie erkent dat te weinig. Veel psychologen willen vooral middeltjes verkopen en veel geld verdienen. Dat is een aandoening (het zou goed zijn moesten psychologen Ethica van Spinoza lezen) waar de sociologie minder mee kampt. Ik neem de psychologie al maar minder serieus: zij willen geld verdienen aan de onwetendheid van de gewone mensen (dus hun patiënten – ik link niet zomaar wat). Ik maak uitzonderingen: ik denk dat Dirk De Wachter een uitstekend psycholoog / psychiater is. Dat wil niet zeggen dat (ik denk dat) andere psychologen van even goede wil zijn. Psychologie hoort over de patiënt te gaan. Niet over geld. Het zal nog lang duren eer dat terug zo is.

In tegenstelling tot de psychologie, die deze dagen ideologisch losgeslagen blijkt te zijn met bijvoorbeeld genderideologie (want er zijn middeltjes zoals hormoonbehandelingen te verkopen), lijkt mij de socioloog in ‘The First Turning and the End of Woke’ toch een betere benadering van een werkelijkheid te hebben. Ik denk dat vooral psychologen eens achter de oren mogen krabben. Want het gaat van kwaad naar erger.

Ik ben geen expert want ik nuttig mijn expertise en vooral mijn passietijd al in het vak van programmeren. Dus neem mijn mening met een vat zout.

Ik ben blij dat ik geen kind gekregen heb de afgelopen twintig jaar: wat ik heb gezien is walgelijk. De huidige generatie jong volwassenen werd en is extreem overbeschermd; ze heeft geen idee van hoe zelf te leven en ze faalt daar dan ook in.

Met de fietshelm op rijden ze de afgrond in. Ze denkt dat die fietshelm hen zal redden. Ze had beter leren leven, zodat ze de afgrond niet zou ingefiets zijn. Maar het leven was te gevaarlijk voor hun overbeschermende ouders en vooral henzelf om hen dat aan te mogen leren. Dus: helmpje op, tablet aan, een veilig spelletje spelen en zwijgen: dat is de wijze van het oppervlakkige opvoeden en het opgevoed worden geweest de afgelopen jaren.

Die opvoendende ouders en henzelf willen en wilden ook altijd maar meer regels. Meer fietshelmen. Regels voor alles. Inclusief wetten voor voornaamwoorden. Iets wat totaal absurd was nog geen tien jaar eerder. Leren leven doen ze vooral niet. Het oppervlakkige slachtoffer zijn, dat wel. Ze willen regels. Meer regels. Voor anderen. Zodat ze zelf veilig zijn. Zodat ze slachtoffer kunnen blijven. Ze zijn geen echt slachtoffer. Maar hun  oppervlakkige ideologie laat hen het toe om dat toch te zijn.

We leven daardoor nu in de meest debiele vorm van samenleving denkbaar: Een kus van een voetbalcoach die blij was omwille van een overwinning, is nu volledig gecriminaliseerd. Ik heb hier geen enkel begrip voor. Ik haat het. Ik haat niet de kus. Ik haat de samenleving die dit criminaliseert. Ik hoop oprecht dat dit verdwijnt. Het spijt me voor mijn mening (het spijt me helemaal niet), maar die man deed niets verkeerd. Die was blij en die kuste daarom een speelster. Dat is alles.

De huidige generatie van jongvolwassenen die geïndoctrineerd werd om het opervlakkige slachtofferschap na te streven heeft nooit de kans gekregen om te leren leven.

Mede omwille van deze generatie heb ik gewacht met een kind te verwekken. Dit jaar is het zo ver en is mijn vriendin zwanger. Ik kon ook niet langer wachten want ik zou anders te oud worden wanneer die kleine het huis verlaat. Maar het zat echt in mijn hoofd: ik wilde geen kind omdat de samenleving volledig idioot geworden was.

Kan de huidige generatie jongvolwassenen opschuiven? Zodat mijn kind zeker niet in hun leefwereld hoeft te vertoeven.

Ikzelf groeide op in de jaren tachtig en dat was in veel opzichten een veel betere tijd. Voor zowel meisjes als voor jongens. Voor iedereen. Wat we nu meemaken is degressief. Ik ‘klaag’ vandaag wel eens tegen mijn ouders hoe gevaarlijk onze opvoeding wel niet was; maar eigenlijk ben ik ze daar dankbaar voor: ik mocht van hen leren te leven. Ik leerde te overleven. Zij waren er heus wanneer het fout ging. Maar het ging niet vaak fout. Daarom ben ik nu een bekwaam en gezond volwassen individu. Met een vinger die toch wel bleek gebroken te zijn want die duim staat nu een beetje scheef. Maarja. Dat is echt waar niet zo erg.

Ik leerde turnen (en werd daar zelfs goed in) en skateboarden (en werd daar zelfs goed in, en ik brak er mijn duim). Wij groeven ondergrondse tunnels (ja, echt) en wij maakte meerdere boomhutten. Wij gingen koeien omver werpen en toen kwam de boer met zijn traktor achter ons aan. Wij gingen letterlijk wekelijks belleke-trek doen. Op het einde van onze (bijna vaste) toer gingen wij altijd bij een rijkswachter: die kwam dan achter ons aangelopen. Den traagste werd dan gepakt en diene flik ging dan eens babbelen met de ouders om dat kind terug thuis te brengen. Wij vonden het spannend om niet den traagste te zijn. Het was vast ook een goede loopoefening voor de rijkswachter: hoeveel criminelen heeft die wel niet gepakt omdat wij hem wekelijks in vorm hielden?!

De wereld was voor ons gevaarlijk en uitdagend. Leuk. Venieuwend. Leerzaam. We vielen heel de tijd en we kropen altijd weer recht. Niet af en toe maar iedere paar dagen hadden wij wel blauwe plekken en soms een gebroken been of arm. Maar, is dat dan zo erg?

Beste huidige generatie jongvolwassenen: Maak plaats voor meer samenhorigheidsgevoel i.p.v. jullie individualisme. Maak plaats voor vrijheid en ja ook voor meer gevaar. Gevaar dat toch wel opgevangen wordt omdat alle volwassenen samen een beetje meekijken.

Laat ons doen.

Laat ons onszelf leren leven.

ps. Bij de echo zagen we in de buik van mijn vrouwke dat het kindje erg veel bewoog. De echoscopist zei zelfs dat dat haar job wat moeilijker maakt. Maar heel erg vonden we dat niet. Spontaan zei ik tegen de echoscopist en tegen mijn vrouwke: dat wordt een skateboarder.

Zolang het in mijn handen is, zal die kleine stapsgewijs blootgesteld worden aan het gevaar van de wereld. Ik zal er zijn om haar of hem te redden en helpen wanneer nodig.